No document available.
Abstract :
[fr] Les arts de la scène (du théâtre à l’opéra, en passant par les concerts, la danse et les arts de la rue) constituent un secteur difficilement rentable. Face à ce constat, des dispositifs de financement ont été mis en place dans de nombreux États. Plus précisément, les autorités publiques interviennent tant directement (par l’octroi de subventions et d’aides diverses, mais également par la mise sur pied d’un régime social favorable aux travailleurs du spectacle) qu’indirectement (par la voie fiscale, afin de stimuler l’investissement privé et le mécénat, d’encourager la consommation et de diminuer les coûts que supportent les acteurs culturels).
Le présent ouvrage propose une analyse détaillée des mécanismes adoptés en droits français, belge et américain. L’étude s’attelle en outre à déceler l’existence (ou non) de certains modèles de financement. En particulier, il s’agit de déterminer si les différences entre une approche européenne continentale, a priori plus favorable à une intervention publique directe, et une approche américaine, plus encline à encourager les financements privés, se reflètent également dans les mécanismes juridiques étudiés.
[nl] De podiumkunsten (van theater en opera tot concerten, dans en straatkunsten) vormen een sector die moeilijk winstgevend is. Als reactie op deze situatie zijn er in veel landen financieringsmechanismen in het leven geroepen. Meer bepaald komt de overheid tussenbeide, zowel direct (door subsidies en verschillende vormen van steun toe te kennen, maar ook door een sociaal systeem op te zetten dat gunstig is voor werknemers in de podiumkunsten) als indirect (via belastingen, om privé-investeringen en sponsoring te stimuleren, consumptie aan te moedigen en de kosten voor de culturele actoren te verminderen).
Dit boek geeft een gedetailleerde analyse van de mechanismen die zijn aangenomen in het Franse, Belgische en Amerikaanse recht. De studie probeert ook het (al dan niet) bestaan van bepaalde financieringsmodellen vast te stellen. Het is met name de bedoeling om na te gaan of de verschillen tussen een continentale Europese benadering, die a priori gunstiger is voor directe overheidsinterventie, en een Amerikaanse benadering, die meer geneigd is om private financiering aan te moedigen, ook weerspiegeld worden in de bestudeerde juridische mechanismen.
[en] The performing arts (from theater and opera to concerts, dance and street arts) represent a sector that is often not economically profitable. In response to this situation, funding mechanisms have been put in place in many legal systems. More specifically, public authorities intervene both directly (by granting subsidies and various aids, but also by setting up a social regime favorable to entertainment workers) and indirectly (through taxation, in order to stimulate private investment and philanthropy, encourage consumption and reduce the costs borne by cultural actors).
This book provides a detailed analysis of the mechanisms adopted in French, Belgian and American law. The study also looks at the existence (or otherwise) of certain financing models. In particular, it seeks to determine whether the differences between a continental European approach, a priori more favorable to direct public intervention, and an American approach, more inclined to encourage private funding, are also reflected in the legal mechanisms studied.
Disciplines :
Law, criminology & political science: Multidisciplinary, general & others
Performing arts
Economic & commercial law
Public law
Tax law
European & international law
Social law
Political science, public administration & international relations
