[nl] De frequentie van het 'witte-jassen' syndroom en het belang van dit fenomeen op de
bloeddrukbelasting en de variabiliteit van de arteriële bloeddruk over 24 uur werden bij 181
patiënten onderzocht gedurende een 24 uur durende ambulante bloeddrukmeting. Ondanks
een goede correlatie tussen de klinische meting van de arteriële bloeddruk en de gemiddelde
bloeddruk overdag of gedurende 24 uur, is er toch een tegenstrijdigheid tussen de
.bloeddrukwaarden die met beide methoden worden gemeten (de klinische bloeddruk is hoger
dan de ambulant gemeten bloeddruk, des te meer naarmate de klinische bloeddruk hoger is).
Bij de beoordeling van de werkzaamheid van antihypertensiva blijkt uit het beloop van de
bloeddruk dat een derde van de behandelde patiënten normale bloeddrukwaarden heeft,
terwijl bij twee derden van de patiënten de gemiddelde bloeddruk overdag en gedurende 24
uur duidelijk hoger is dan per definitie is toegestaan. Dit onderzoek toont ook aan dat de
ambulant gemeten bloeddrukwaarden (vooral de systolische bloeddruk) een beter
voorspellend vermogen voor linker-ventrikelhypertrofie hebben dan de klinisch gemeten
bloeddrukwaarden. Deze waarnemingen bevestigen het belang van deze niet-invasieve
techniek van meting van de gemiddelde bloeddruk, zowel om het 'witte-jassen' effect te
objectiveren en aldus de diagnose arteriële hypertensie te preciseren, als om na te gaan of de
bloeddruk met antihypertensiva goed is ingesteld.