Abstract :
[fr] La structure et l'organisation des soins ambulatoires en santé mentale en Belgique ont fondamentalement changé depuis 2011. Ces nouvelles structures et organisations sont ancrées sur le territoire belge depuis plus d'une décennie dans des réseaux dont l'ancrage des soins de santé mentale de première ligne est un Leitmotiv. Ce faisant, la politique belge suit la recommandation de l'Organisation mondiale de la santé (OMS, 2022). Cet ancrage est une première étape vers des soins intégrés durables et permet d'aborder deux aspects problématiques des soins de santé mentale en Belgique. Premièrement, il y a la problématique du unmet need, qui se traduit par un long délai avant qu'une personne souffrant de problèmes de santé mentale n'entre en traitement (environ 10-15 ans) (Bruffaerts et al., 2011). Deuxièmement, il y a le problème de l’overmet need, qui se traduit par un niveau élevé de soins hautement spécialisés, même pour les patients souffrant de problèmes de santé mentale légers (Mistiaen et al., 2017). Cela conduit, entre autres, à l'utilisation élevée de produits psychopharmaceutiques dans la population générale belge, ou à une progression rapide vers l'hospitalisation psychiatrique ou un traitement psychiatrique très spécialisé. La convention des soins psychologiques dans la première ligne doit être envisagée au regard de ces deux caractéristiques des soins de santé mentale en Belgique au 21e siècle. Deux questions se posent alors. Tout d'abord, on peut se demander dans quelle mesure la convention des soins psychologiques dans la première ligne conduit les patients vers des soins plus précoces. En effet, un long délai entre le début des problèmes psychologiques et le moment où une aide professionnelle est effectivement recherchée conduit à une progression ou une intensification et aggravation de ces problèmes. Dès lors, un accès rapide et à bas seuil aux soins est nécessaire, et une orientation et des indications quant à ces soins doivent être fournis au patient. Deuxièmement, il convient de se demander dans quelle mesure la convention peut jouer un rôle dans l'acheminement rapide vers des soins psychiatriques hautement spécialisés. Dans ce contexte, il est important d'offrir des soins psychologiques précoces et « proches des gens » (OMS, 2022). La convention peut donc être considérée comme une intervention systémique : il s'agit d'un système de soins remboursés qui s'ajoute à l'organisation des soins déjà existante, plutôt que d'un traitement spécifique proposé aux patients.
C'est dans ce contexte que se situe la présente étude. Plus précisément, les questions de recherche suivantes sont abordées : (1) quels profils de patients spécifiques sont admis aux soins psychologiques de première ligne ? ; (2) quelle est la place du psychologue/orthopédagogue conventionné dans l'organisation des soins, c'est-à-dire le réseau ? ; et (3) quelles propositions peuvent être formulées, sur la base de l'étude, pour fournir un cadre politique durable pour les soins psychologiques de première ligne en Belgique
[nl] Eerstelijns psychologische zorg in België: klinische kenmerken en zorggebruik
Jansen, L., Glowacz, F., Yurdadon, C., Voorspoels, W., Kinard, A., & Bruffaerts, R. (2022). Eerstelijns psychologische zorg in België: klinische kenmerken en zorggebruik. Tijdschrift voor Psychiatrie, 64(9), 595-603.
Jansen, L., Glowacz, F., Kinard, A., & Bruffaerts, R. (2022). How to Integrate Patient-Centered Measures in Routine Care: Lessons from Belgian Experiences. European Psychiatry, 65(S1), S17-S17.
Eerstelijnspsychologische zorg in België /Wetenschappelijke evaluatie en aanbevelingen tot een duurzame integratie in de Belgische gezondheidszorg
La psychologie de première ligne en Belgique Évaluation scientifique et recommandations pour une intégration durable dans le système de soins de santé belge
De structuur en de organisatie van de ambulante geestelijke gezondheidszorg in België is sinds 2011 fundamenteel veranderd. Die nieuwe structuur en organisatie is op het Belgische grondgebied al meer dan een decennium verankerd in netwerken, waarvan de verankering van de geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn een Leitmotiv is. Hiermee volgt het Belgische beleid de sterke aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2022). Deze verankering is een eerste stap naar een verduurzaamde geïntegreerde zorg en biedt hoofd aan twee problematische aspecten in de Belgische geestelijke gezondheidszorg. Er is ten eerste de hoge unmet need, uitgedrukt als een lage proportie personen met psychische problemen die op korte termijn in behandeling komt; of uitgedrukt als de lange uitsteltijd vóór iemand in de zorg komt (grosso modo 10-15 jaar) (Bruffaerts et al., 2011). Ten tweede is er het probleem van de overmet need, uitgedrukt als een hoge mate van hooggespecialiseerde zorg, ook voor patiënten met milde psychische problemen (Mistiaen et al., 2017). Dit leidt onder andere tot het hoge gebruik van psychofarmaca in de Belgische algemene bevolking, of tot een snelle doorstroom naar psychiatrische hospitalisatie of hooggespecialiseerde psychiatrische behandeling. De conventie eerstelijnspsychologische zorg1,2 dient te worden beschouwd ten aanzien van deze twee kenmerken van de Belgische geestelijke gezondheidszorg in de 21ste eeuw. Dit leidt tot twee vragen. Ten eerste kan de vraag worden gesteld in welke mate de conventie eerstelijnspsychologische zorg patiënten sneller naar de zorg leidt. Een lang uitstel tussen start van de psychische problemen en het moment waarop effectief professionele hulp wordt gezocht leidt immers tot een progressie van de aanwezige problemen. Een laagdrempelige en snelle toegang tot de zorg zijn hierbij noodzakelijk, met inbegrip van een richting (of indicatiestelling) waarin de zorg voor een bepaalde patiënt dient te gebeuren. Ten tweede dient de vraag te worden gesteld in welke mate de conventie een rol kan spelen in het verminderen van de snelle doorstroom naar hooggespecialiseerde psychiatrische zorg. Tegenover deze achtergrond is het belangrijk de psychologische zorg vroeg en ‘dicht bij de mensen’ aan te bieden. De conventie kan dus worden beschouwd als een systemische, maatschappelijke innovatie: het is een systeem van terugbetaalde zorgverstrekking dat wordt toegevoegd aan de al bestaande organisatie van de zorg, om ervoor te zorgen dat elke persoon de meest geschikte zorg voor zijn problematiek krijgt, op de geschikte termijn, en niet zozeer een specifieke behandeling die bij patiënten wordt toegepast. Tegen deze achtergrond situeert de huidige studie zich; meer specifiek worden de volgende onderzoeksvragen behandeld: (1) Welke specifieke patiëntenprofielen worden toegeleid naar de eerstelijnspsychologische zorg?; (2) Welke plaats heeft de geconventioneerde psycholoog / orthopedagoog in de organisatie van de zorg, i.c. het netwerk?; en (3) Welke voorstellen kunnen er aan de hand van de studie worden geformuleerd, die een duurzaam beleidskader bieden voor de eerstelijnspsychologische zorg in België?
